Vanuit kennis van verschillende vakgebieden en gevoel voor wat écht belangrijk is adviseren en begeleiden wij vanuit Ten Have en Partners mensen en organisaties bij hun zoektocht naar nieuwe en werkende oplossingen. We combineren op creatieve wijze kennis en nieuwe inzichten en creëeren veranderkracht door spanning en scherpte te maken.

Vanuit kennis van verschillende vakgebieden en gevoel voor wat écht belangrijk is adviseren en begeleiden wij vanuit Ten Have en Partners mensen en organisaties bij hun zoektocht naar nieuwe en werkende oplossingen. We combineren op creatieve wijze kennis en nieuwe inzichten en creëeren veranderkracht door spanning en scherpte te maken.

thp

Samenwerken aan behoorlijk bestuur

Politieke keuzes en ambtelijke professionaliteit

De afgelopen maanden heb ik een drietal gemeenten begeleid in hun zoektocht naar het intensiveren van de onderlinge samenwerking. De wens was om uiteindelijk te komen tot één ambtelijke organisatie. Deze wens werd door drie factoren aangejaagd:

1. Er waren al diverse samenwerkingsprojecten, die tot goede resultaten geleid hadden.
2. Op het niveau van de werkvloer liepen er al allerlei ‘konijnenpaadjes’. Zo werden er bijvoorbeeld mensen aan elkaar ‘uitgeleend’, zowel als kwalitatieve, als kwantitatieve aanvulling.
3. Doordat er steeds meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar de gemeenten verplaatst worden en de ingezette bezuinigingen, moet er meer werk, met minder mensen verricht worden. Bundeling van kennis en kunde én efficiënter en kostenbewust werken is dus noodzakelijk.

Het was een boeiend proces. De ambtelijke organisaties zaten vrij snel op een lijn. De verschillende managementteams en de ondernemingsraden, waren het erover eens dat er veel voordelen zaten aan de samenvoeging. Er waren zelfs stemmen, die zeiden: ‘liever vandaag dan morgen’. Ik voelde de energie van: ‘wij zijn er klaar voor’. We kunnen de gewenste doelstellingen realiseren. Plannen werden gemaakt. Bestaande relaties aangetrokken en de voorbereidingen voor een samengaan werden gemaakt.

In de wandelgangen beluisterde ik echter ook scepsis. Niet dat men niet wilde, maar onze democratie legt de beslissing van het wel of niet samenvoegen niet bij de ambtenaren, maar bij de bestuurders; de verschillende colleges en gemeenteraden.
In het politieke speelveld spelen andere soms minder rationele en logische afwegingen mee.

Zes maanden later bleek deze scepsis gegrond. Drie colleges, bestuurders van gezamenlijk rond de dertig verschillende dorpskernen, met evenzovele culturen, bleken het niet met elkaar eens te worden. De ambtenaren stonden erbij en keken ernaar…

Voor twee van de drie ambtelijke organisaties was het de tweede keer, dat de samenvoeging een halt werd toegeroepen. Het is voorspelbaar dat bij een derde poging medewerkers weinig vertrouwen in de goede afloop zullen hebben. De waarschijnlijkheid dat er nog een derde poging komt is overigens groot, immers de aanjagers van de wens zijn onveranderd.

Bestuur is een mengvorm van politiek en ambtelijk werk. Als je daar een goede mix van maakt, heb je goed bestuur [1]. Ambtenaren en de politiek zijn in hoge mate wederzijds afhankelijk.
Topambtenaren en ministers liepen jaren hand in hand, dit is steeds minder geworden. Vanaf 1990 zie je dat het steeds meer twee werelden worden. De politieke wereld wordt mediagerichter en de incidentgevoeligheid loopt enorm op (lees ook: Samenwerken aan complexe vraagstukken). Het wordt meer korte termijn werk en heeft minder structuur. Volgens een aantal gemeenteambtenaren, is dit ook zichtbaar op gemeentelijk niveau.
Binnen de gemeenten doet zich ook nog een ander fenomeen voor. 
Sinds de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur maken wethouders geen deel meer uit van de gemeenteraad. De positie van de gemeenteraad is sindsdien vergelijkbaar met die van de tweede kamer (het parlement) op landelijk niveau, het college is vergelijkbaar met het kabinet.
Een wethouder is een openbaar bestuurder binnen een gemeente
Elke wethouder heeft zijn of haar eigen portefeuille, een term die aangeeft welke beleidsgebieden een wethouder behartigt. Echter een wethouder is geen bestuursorgaan dat bevoegd is om zelfstandig besluiten te nemen. Die bevoegdheid ligt alleen bij het college. Een wethouder heeft veelvuldig overleg met de directeuren van diensten, dan wel hoofd van de ambtelijke afdeling die (deels) aansluit bij zijn takenpakket/werkvelden.

Naast de wethouders die zich keurig aan de regels van het democratisch speelveld  houden, zijn er ook wethouders die dit helemaal niet doen. Zij gedragen zich als leidinggevende van de medewerkers. Deze laatste kunnen het grote geheel niet overzien, waardoor situaties ontstaan, waarin het individuele belang van de wethouder voor het algemeen belang komt. Menig ambtenaar is niet goed bestand tegen deze politiek druk. Daarbij gaat het soms om triviale zaken die vanuit het oogpunt van een wethouder doorslaggevend zijn voor (partij)politiek en maatschappelijk draagvlak  en vanuit het perspectief van de ambtenaar onwenselijk zijn; afwijkingen van bestaand beleid, niet in lijn met gewenst beleid etc etc..

Dit kan leiden tot kwaliteitsverlies en/of tot foute beslissingen en tot stagnatie in de ambtelijk bestuurlijke samenwerking . Dit leidt vervolgens tot verwijten, zwarte Pieten en  verstoorde relaties, die achteraf weer gerepareerd moeten worden. Aan het eind van de rit blijven alle partijen gefrustreerd achter omdat niemand zijn of haar doel heeft bereikt.

Vertrouwen en verlangen

‘Als er geen 100% vertrouwen is tussen twee systemen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, dan gaat het kraken’ [2]. De uitdaging is dus om in plaats van elkaar achteraf verwijten te maken, vooraf elkaars vertrouwen te winnen.
Hiervoor kunnen allerlei structuren in het leven geroepen worden, zoals bijvoorbeeld een portefeuillehouderoverleg. Deze zijn echter gedoemd te mislukken als de betrokkenen niet leren hun eigen ‘waarheid’ los te laten en vanuit verschillende perspectieven leren te kijken. Dit vraagt van bestuurders en de managers dat zij verschillen toe durven laten, verbindingen aan durven gaan en een voorbeeld willen zijn voor de mensen in hun omgeving. Hierbij horen basisvaardigheden als vragenstellen, luisteren, oordeel uitstellen en elkaar waarderen.

Dit zal leiden tot goed doordachte, kwalitatieve adviezen, waarop het college duurzame besluiten kan nemen, welke goed onderbouwd verdedigd kunnen worden in de gemeenteraad. Zo werken we in plaats van tegen elkaar, met elkaar aan behoorlijk bestuur.

 

Mary van Boxtel



[1] Volkskrant 12 april 2012; Ambtenaren zijn tegenwoordig veel meer op hun qui-vive

[2] Roel Bekker, 2012 marathonlopers rond het Binnenhof

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Cher ten Have - Adviseur en veranderkundige

Cher ten Have

Adviseur en veranderkundige

Lees meer

Mary van Boxtel - Transitiecoach

Mary van Boxtel

Transitiecoach

Lees meer

Maartje Jongen - Spraakmaker

Maartje Jongen

Spraakmaker

Lees meer

Mijke van Poppel - E-learning

Mijke van Poppel

E-learning

Lees meer